Op een universiteit werd gewerkt aan een nieuwbouwlocatie met meerdere verdiepingen. Het plafond van de eerste verdieping was onlangs voorzien van een nette pleisterlaag. Al snel werden echter scheuren in die laag geconstateerd. Op sommige plekken, in één van de leslokalen, waren zelfs al kleine stukken pleister op de grond gevallen. De opdracht aan mijn adres: controleer de hechting van de pleisterlaag op diverse plekken, om zo de ernst van het probleem vast te stellen.
Ik bracht eerst de scheurvorming in kaart via een visuele inspectie over de hele eerste verdieping. Vervolgens voerde ik op vijftien plekken hechtproeven uit om, inderdaad, de hechting te testen. De uitkomst: de hechtkracht was groter dan de vooraf afgesproken minimale waarde. Het loslaten van het pleisterwerk leek dus vooralsnog een lokaal probleem.
Deze resultaten besprak ik ter plaatse met de opdrachtgever. Ze was zichtbaar blij met dit bericht. Mijn opmerking dat onder de scheurvorming in de pleisterlaag het beton kleine scheurtjes vertoonde, bracht haar wél van haar stuk. Scheuren in het beton verlegden de verantwoordelijkheid namelijk van de schilder naar haar, de opdrachtgever die de betonnen constructie had gelegd.
Ik had deze observatie op twee andere manieren kunnen brengen. Vanwege de ernst en relevantie koos ik in dit geval voor de directe benadering.
Een defect in schilder-, kit- of pleisterwerk is niet altijd toe te schrijven aan de slechte prestaties van de schilder. Het fundament onder ons werk moet stevig zijn. Zonder solide basis kunnen wij geen kwaliteitswerk afleveren.