In het land der blinden is éénoog koning. Het is in ons werk van belang dat de kennis die we als inspecteur uitdragen ook betrouwbaar is. Op een betrouwbare manier de droge laagdikte van een verfsysteem meten bijvoorbeeld, betekent: de droge laagdiktemeter juist instellen, de sonde recht op het oppervlak zetten, weten waar te meten en weten hoeveel metingen je moet uitvoeren.
Bij een applicateur heb ik vorige week de droge laagdikte van enkele stalen objecten gemeten en kwam tot de conclusie dat de droge laagdikte te laag was. Het voldeed niet aan de specificatie zoals uitgegeven door mijn klant, er moest dus nogmaals een verflaag worden aangebracht. De kwaliteitscontroleur van de applicateur – inderdaad, degene die de objecten had goedgekeurd – was nogal verbaasd en vroeg om uitleg. We hebben samen zijn droge laagdiktemeter geverifieerd. Wat bleek: het instrument week af. Hij had zijn meter niet juist ingesteld.
Het is afhankelijk van de meting welke kennis je nodig hebt om deze betrouwbaar uit te voeren, in dit geval de instelling van de meter. Voor het betrouwbaar uitvoeren van de droge laagdiktemeting is het bijvoorbeeld niet van belang dat je kennis hebt van waar het bolletje op de onderzijde van de meetsonde voor dient. Het is wel belangrijk dat je de meter juist instelt vóór aanvang van de uit te voeren metingen.
Of de wrat van mijn zoon inmiddels is geëlimineerd? Niet dankzij de assistente in elk geval. Daarvoor zijn we nog een keer terug geweest, nu geholpen door de dokter.
