Rian Pots kan komende zomer nog vaak genieten van zijn eigen schilderwerk. Terwijl hij – bezitter van een jaarkaart – zijn baantjes trekt in zwembad De Mors, kijkt hij uit op de zwarte banen die hij met zijn collega’s heeft getrokken. Het bad in Delden was dit voorjaar toe aan de achtjaarlijkse onderhoudsbeurt. Een vaste klus van Schildersbedrijf Ter Horst, uit hetzelfde Twentse dorp. Voor 1 mei moesten de schilders klaar zijn, want die datum opent traditiegetrouw het buitenzwemseizoen. Maar dan moesten wel álle omstandigheden mee zitten.
Alle hens aan dek
Het grote geluk van Ter Horst: een gortdroge lente. Eind maart diende zich al een reeks mooie dagen aan en greep directeur Anthony ter Horst zijn kans. Alle schilders optrommelen, andere klanten afbellen. Want bij het schilderen van het plaatselijke zwembad heeft hij zijn voltallige ploeg nodig, een mannetje of tien. ‘Iedereen het bad in’, in de woorden van Ter Horst. Met teambuilding als mooi bijeffect. ‘Het werd een verkapt personeelsuitje. Biertje erbij, een cateraar; alles geregeld.’
Dat verdienden zijn mannen ook wel, want het was zwaar werk. Met rollers aan stokken verspreidden zij de tweecomponenten-epoxy van Nelf. Twee lagen. ‘Waarom niet spuiten?’, kreeg Ter Horst vaak te horen. Omdat de coating een nogal dikke substantie is. Er was bijna een spackmes voor nodig om het te verspreiden. Met een roerstok de A- en B-component mixen? Geen beginnen aan. ‘Dan blijft de stok rechtop in de pot staan’, aldus Ter Horst. Er moesten boormachines aan te pas komen, voorzien van mixers aan de uiteinden. Een klusje voor Frits Vunderink en Scott Wold die, zittend op twee blikken, in een vaste routine de Nylo Coat gereed maakten om uit te smeren.

86 blikken wit (bodem), 22 blikken blauw (zijkanten) en 7 blikken zwart (strepen op de bodem) van 10 kilogram per stuk gingen erdoorheen. Goed voor respectievelijk 1.032, 264 en 84 liter verf. ‘Eenmaal aangemengd, heb je twee uur de tijd om de verf aan te brengen, daarna is het te droog’, weet Pots.
Vijf kuub zand
Uiteraard moest het bad eerst worden leeggepompt en schoongemaakt. Zandstralen, om de oude coating te verwijderen, uitgevoerd door Bos Total Cleaning uit Groningen. Vervolgens met bladblazers het zand de hoeken inblazen. ‘Vijf bigbags vol’, zegt Ter Horst. ‘Vijf kuub zand werd eruit getakeld. Gaat het inregenen met dat zand, dan ben je in de aap gelogeerd’, onderstreept hij nogmaals het belang van de juiste omstandigheden. ‘Voor vegen, stralen én coaten heb je mooi en droog weer nodig. Zakt de temperatuur onder de acht graden? Dan doet de harder van de 2K-epoxy niks.’
Zoals een voetbaltrainer vaak een verlengstuk heeft in het veld, meestal de aanvoerder, is Rian Pots dit verlengstuk voor Anthony ter Horst. ‘Ik werk al dertig jaar voor Ter Horst. Ben er op mijn zeventiende begonnen en blijven hangen. Een betere werkgever ga je niet krijgen. Anthony is heel menselijk, laat je vrij. Hij vertrouwt op ons vakmanschap, zelf is hij afgestudeerd econoom.’

Door het vuur
En een bedrijfsleider waarvoor zijn schilders door het vuur willen gaan, om in voetbalmetaforen te blijven. Pots: ‘Iedereen vond het leuk om aan het zwembad mee te werken, niemand ging eerder naar huis. We begonnen telkens tegen half acht en op het eind werkten we door tot een uurtje of zeven, om het op tijd af te krijgen. Je kunt niet zeggen: we wachten wel. Gelukkig was het prachtig weer. Als de zon in die bak schijnt, stijgen de temperaturen snel. We liepen daar met factor 50 op onze hoofden en zonnebrillen op, want de witte verf weerkaatst keihard.’
In het bad met olympische afmetingen – 50 bij 25 meter – deden de schilders geen wedstrijdje. Als één man trokken ze op, de een uiteraard sneller dan de ander, beginnend in het diepe deel. ‘Als het onverhoopt tóch was gaan regenen, zouden we met dat gedeelte als eerste klaar zijn en kon dat weer gebruikt worden’, verklaart Pots. Het trekken van de zwarte lijnen was het lastigst. Althans: het afplakken. Pots: ‘De eerste twee meter gaat wel, maar daarna krijg je toch een afwijking. Daarom keek een groepje collega’s mee, over het plakband heen, om te bewaken dat de lijnen recht bleven.’

Vette hap en bier
Zeker, ze moesten aan de bak, ‘maar je moet het ook leuk houden’, snapt Pots. Dus: grote speaker mee, carnavalskrakers aan, beetje ouwehoeren tussendoor, ’tussen de middag een vette hap erin en na afloop een kratje bier. Daar maak je die jongens blij mee.’ Met resultaat, concludeert Pots, alvast indachtig de baantjes die hij komende zomer in het zwembad gaat trekken: ‘Het is superstrak geworden.’

Deze zwembaden kregen eerder al een opknapbeurt: