Ga naar hoofdinhoud

Samenwerking Vakgroep Glas en OnderhoudNL Glas


De nieuwe cao van de Vakgroep Glas bevat geen overlap meer met de cao voor het schilders- en glaszetbedrijf van OnderhoudNL. En de verenigingen organiseerden samen een supersuccesvol Glasplein op de BouwBeurs in Utrecht. Wat is er gebeurd met het gehakketak uit het verleden? Cara Stekelenburg en Francesco van Ooyen leggen het uit.

 

Het boterde lange tijd niet zo erg tussen jullie verenigingen, toch?

 

Cara Stekelenburg, bestuurslid van Vakgroep Glas: ‘Dat klopt. Achteraf hebben we te veel formele brieven en mailtjes uitgewisseld, zonder echt met elkaar in gesprek te gaan.’

Francesco van Ooyen, voorzitter van OnderhoudNL Glas: ‘Allebei onze verenigingen vertegenwoordigen bedrijven die iets met glas doen. Bij de OnderhoudNL-leden zijn dat vrijwel allemaal bedrijven die schilders-DNA in hun bedrijf hebben. Net zoals het mijne, ook al heb ik nog maar twee schilders in dienst en verder alleen maar glaszetters. Er zijn vergelijkbare bedrijven die zich veel meer bij Vakgroep Glas van Bouwend Nederland thuis voelen horen. Prima. In het verleden hebben bij beide verenigingen wel een paar ‘haantjes’ rondgelopen…’

 

Haantjes, die willen vaak de baas spelen…

 

Stekelenburg: ‘Toen ik een jaar of vier geleden in het bestuur van de Vakgroep kwam, was ik veruit de jongste. Jongere ondernemers vonden de bijeenkomsten saai. De vergaderingen gingen nergens over, was het idee. De laatste jaren is er een wisseling van de wacht geweest en voelen we niet meer zo de neiging om tegen anderen te strijden.’

Van Ooyen: ‘Ook bij ons heeft er wel ingezeten van: wij willen meer leden, bedrijven als dat van Cara zouden eigenlijk bij ons lid moeten worden. Andersom heerste dat ook. Daar kwam veel van de wrijving door.’

 

En toen werd opeens alles anders?

 

Van Ooyen: ‘Ja, eigenlijk wel. Eerst vonden we elkaar zakelijk. Cara heeft naast een groot glasbedrijf ook een meldkamer voor glasschades, Glas Alert. Daar zocht ze partners voor in België. Wij zitten in Landgraaf, dus de link was snel gelegd. Ik reisde dus om zakelijke redenen af naar Utrecht.’

Stekelenburg: ‘Je weet van elkaar wel dat je bestuurlijk actief bent. Dus na de zaken zaten we nog wat na te praten. En eigenlijk merkten we dat we met precies dezelfde gedachten en belangen in de branche zitten. We hadden het gevoel dat we elkaar goed begrepen.’

 

Dus…

 

Van Ooyen: ‘Dus dachten we: weet je wat: we organiseren een etentje. Met alleen de bestuursleden, geen secretariaat erbij en zeker geen agenda. We plaatsen de mensen door elkaar heen aan tafel en zien we wat er gebeurt. Dat is nu  ongeveer een jaar geleden.’

Stekelenburg: ‘Dat is enorm goed bevallen. Waar we elkaar in ieder geval op vonden is dat we allemaal zitten te springen om goed personeel. In principe is de kennis en de kunde er om opleidingen te geven, maar we bereiken de jongeren niet. Dus daar ligt onze eerste prioriteit: jongeren interesseren voor werken in de glasbranche.’

Van Ooyen: ‘Er heerst een beeld van: glasplaatsen is zwaar werk en oninteressant. Terwijl er zoveel mooie producten zijn waar je zulke prachtige projecten mee kunt maken. Vakgroep Glas liep al rond met plannen voor een Glasplein. Dat wilden we ook, dus daar zijn we aan mee gaan doen. Waarbij we meteen tegen elkaar zeiden: dat moet geen Bouwend Nederland of OnderhoudNL-stand worden. Dat boeit jongeren totaal niet. We hebben onze logootjes heel klein gehouden en alle aandacht op het glas gericht.’

 

En, werkt het?

 

Stekelenburg: ‘We hebben in ieder geval heel veel bekijks gehad. Op de BouwBeurs komen veel scholieren. We maakten deel uit van de scholieren-route, ze moesten ook antwoorden op vragen bij ons opzoeken. Met een klimwand van glas en andere activiteiten probeerden we ze zo lang mogelijk vast te houden.’

 

En die cao… dat was ook geen probleem?

 

Van Ooyen: ‘Nee, eigenlijk niet. Als je met elkaar afspreekt dat je elkaars leden niet wilt afpakken, dat elke ondernemer zelf mag beslissen bij welke vereniging hij of zij zich aansluit, dan is zo’n blokkade makkelijk te verhelpen.’

 

Maar… er zijn nu dus vergelijkbare bedrijven met verschillende cao’s, pensioenregelingen… geeft dat geen vervelende concurrentie?

 

Stekelenburg: ‘Nee, dat valt wel mee. Vroeger hadden ze bij OnderhoudNL nog van die vierwekelijkse salarissen en vakantiebonnen, dat maakte het wel lastig vergelijken. Maar tegenwoordig is het zeker niet meer zo dat bedrijven vanwege een goedkopere cao voor de ene of voor de andere vereniging zouden willen kiezen. Het is meer een gevoel van waar je bij hoort.’

 

Toch blijft het gek: twee verenigingen in, met respect, toch een kleine markt

 

Van Ooyen: ‘We gaan in ieder geval binnenkort weer met de besturen dineren, dat is goed bevallen. Dan gaan we verder kijken hoe we samen het glasvak onder de aandacht van jongeren kunnen brengen. Maar als er andere onderwerpen zijn waarop we zaken beter op elkaar kunnen laten aansluiten zullen we die zeker niet laten liggen.’

Stekelenburg: ‘We zijn allemaal ondernemers. Onze branche is inderdaad niet zo groot. Daarom hebben we elkaar juist nodig om ons te versterken. Je bent geen lid meer van een vereniging als dit om je kennis te vergroten, die haal je wel van internet of uit de vakbladen. Het gaat er vooral om om gelijkgestemde ondernemers met vergelijkbare bedrijven te ontmoeten. Daarvoor is het belangrijk om leuke bijeenkomsten te organiseren.’

Foto:
Cara Stekelenburg (links) en Francesco van Ooyen vonden elkaar. Eerst zakelijk, daarna ook als bestuurders
Foto: JMS

 


Hooghoed nieuwe voorzitter Vakgroep Glas

Tweede mbo-opleiding Glaszetter met elf deelnemers

Tweede glaszetterstraject voor statushouders van start

Vakgroep Glas biedt RI&E-tool

Koning opent depot dat Glas Award 2021 won


Naar archief >