Ga naar hoofdinhoud

Nieuwe CNV-man: ‘De vakbond heeft momentum’


Anthony Williams (37) is bij CNV Vakmensen de opvolger van Roel van Dijk als bestuurder/onderhandelaar voor de schilders- en afbouwsector. Wie is hij, wat drijft hem en wat komt hij brengen? ‘Wij leefden vaker onder dan op de armoedegrens.’

Anthony Williams: ‘Een hoge of lage organisatiegraad maakt een groot verschil.’ (Foto: Jan Willem van Vliet.)

Wat is in jouw ogen de kunst van goed onderhandelen?
‘Een oude leermeester van mij zei ooit: als onderhandelaar heb je twee oren en één mond, gebruik ze ook in die verhouding. Het gaat erom dat je goed hoort wat er tussen de regels door wordt gezegd. Aanvankelijk lijkt het vaak dat partijen heel ver uit elkaar zitten. Maar als je goed uitvraagt waarom de wederpartij iets vindt, ontdek je vaak dat het onderliggende belang een gedeeld belang is. En dat er meerdere wegen te vinden zijn om te komen op datzelfde punt.’

Als vakbondsman moet je toch je tanden laten zien?
‘Dat schuw ik ook niet. Op gezette momenten moet de vakbond zich laten gelden, maar wel pas als dat echt nodig is. Dan laat ik zeker mijn tanden zien, daar sta ik ook wel om bekend.’

Daar sta je om bekend?
‘Nou ja, we. Veel mensen zullen ons een gematigdere vakbond vinden. FNV heeft de naam de barricaden op te gaan, CNV is het smeermiddel, probeert er tot het laatste moment pratend uit te komen. Maar de afgelopen 2,5 jaar hebben wij vaker actie gevoerd dan voorheen. CNV begint daar wat anders in te staan en met resultaat. Bijvoorbeeld in de voedingsindustrie, chemie en vervoer.’

En nu schilders. Wat kun je voor hen betekenen?
‘Ik ben benieuwd, ik moet de sector eerst beter leren kennen. Dus: de werkplaats op, bij bouwprojecten langs, met mensen meekijken en -lopen, zien wat er gebeurt en horen waaraan men behoefte heeft. Superinteressant om in een voor mij nieuwe sector te stappen, maar vakbondswerk is in de basis overal hetzelfde: ledenraadpleging, belangenbehartiging. Ik ben ook benieuwd wat nou de oprechte zorgen zijn aan de kant van werkgevers.’

Dat ze afgelopen jaar te veel geld kwijt zijn geweest aan de loonsverhoging van 10,3 procent in de cao voor het schilders-, afwerkings-, vastgoedonderhouds- en glaszetbedrijf (SAVG). Dat stelde OnderhoudNL nadat het CBS in juni overschakelde op een nieuwe rekenmethode, waardoor het inflatiecijfer lager uitviel. Hoe zie jij dat, is er te veel betaald?
‘Even advocaat van de duivel: ik snap wat OnderhoudNL zegt. Je maakt afspraken met elkaar, maar dat moet er niet toe leiden dat bedrijven of hele sectoren in het gedrang komen. Tegelijk stellen economen van onder meer de Rabobank en BNR Nieuwsradio dat het inflatiecijfer zoals we dat nu zien, eigenlijk veel te laag is. Wanneer je cijfers vanuit de oude rekenmethode naast die van de nieuwe legt, vergelijk je appels met peren. Stel je berekent de cijfers opnieuw en laat de energieprijzen buiten beschouwing, dan zou je in juli vorig jaar een láger inflatiecijfer hebben gehad dan het CBS publiceerde. Als je consequent bent en je doet dat nu opnieuw, dan zou je nu een hóger cijfer hebben dan het CBS heeft berekend. Aan het eind van de rit kom je ongeveer op hetzelfde verhogingspercentage uit. Dus nee, er is niet te veel betaald en als vakbonden pleiten wij opnieuw voor een eerlijke loonsverhoging.’

Alle schilders in loondienst hebben dit jaar geprofiteerd van de salarisverhoging van 10,3 procent, ook als ze niet lid waren van de bond. Waarom zou ik als schilder dan überhaupt nog lid worden van FNV, CNV of LBV?
‘Het is van alle tijden dat mensen profiteren van het feit dat andere mensen lid zijn van de bond en zij zelf niet. Het punt is dat wanneer je organisatiegraad – het percentage werknemers dat lid is van een vakbond – daalt, de werkgevers steeds vaker “nee” durven te zeggen. In mijn vorige functie, als onderhandelaar voor een breed spectrum aan industrieën, heb ik gemerkt dat het een groot verschil maakt of je een hoge of lage organisatiegraad hebt. Bijvoorbeeld bij een onderneming in het spoor, waar iedereen automatisch lid is van de bond. Daar krijgen we dingen voor elkaar, worden we serieus genomen, gebeurt er niets zonder dat de bonden meekijken en adviseren.’

Wat beweegt jou om dit werk te doen?
‘Ik heb lang in leidinggevende rollen gewerkt in de commerciële sector. Daar heb ik gezien, zeker binnen grotere corporate bedrijven, dat het te veel draait om winstmaximalisatie, gedreven door aandeelhouders. Men vergeet nogal eens dat het uiteindelijk de mensen zijn die waarde toevoegen aan een organisatie. Voor hen wil ik mijn onderhandelings- en argumentatieskills inzetten. Voor diegenen die minder goed in staat zijn voor zichzelf op te komen. Dat is een bewustwordingsproces in mijn denken geweest de laatste tien jaar. Veel mensen zijn gaan geloven, om het populistisch te zeggen, in het neoliberale denken, in de BV Ik. Maar je moet je afvragen of die droom wel klopt. Ik denk voor heel veel mensen niet.’

Uit wat voor milieu kom je zelf?
‘Ik woon nu in Delfzijl, maar kom uit een volkswijkje in Den Haag. Uit een eenvoudig gezin. Mijn vader komt van de Nederlandse Antillen en had moeite hier te aarden. Wij leefden vaker onder dan op de armoedegrens. En ik zag dat mijn ouders best moeite hadden hun eigen belangen voor het voetlicht te brengen. Het idee dat als het goed gaat met de economie, iedereen de schouders eronder zet en dan lukt het wel, dat geloof ik niet. Je hebt mensen nodig die jou de helpende hand toereiken. Daar is de vakbond bij uitstek geschikt voor. En we hebben nu momentum, met succesvolle loonsverhogingen in verschillende sectoren en een nieuwe groep werkenden die we aan ons weten te binden. Dat momentum moeten we uitbouwen, want het is wel degelijk belangrijk dat we collectief handelen.’

Een interne wisseling van de wacht bij CNV ligt ten grondslag aan je benoeming tot opvolger van Roel van Dijk. Heb je er zin in?
‘Zeker, ik hield me hiervoor bezig met negen ondernemings-cao’s, ik had behoefte aan meer verdieping in één sector. Die kans krijg ik nu, in een leuk wereldje. Schilders zijn mooimakers, dat heb ik onlangs nog bij mijn eigen nieuwbouwwoning mogen ervaren. Ze geven ziel aan een woning. Ik kijk ernaar uit met de mannen en vrouwen in deze sector het gesprek aan te gaan en dat stukje trots bij ze te ervaren. Ik merk dat ik tot nu toe goed word ontvangen. De lijnen zijn kort, de sfeer informeel, je kunt snel schakelen. Dat voelt ontzettend goed.’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.


Inschrijving Nationale SchildersVakprijs van start

Britse verffederatie pakt ‘groene praatjes’ aan

Bol-stagiairs krijgen vaak niet betaald

SintLucas krijgt half miljoen voor CTL

AGC opent nieuwe lamineerlijn voor gelaagd glas


Naar archief >