De bewoners van het Blauwe Dorp – een buurt in de Oosterparkwijk – wilden de vakmannen die hun huizen hadden opgeknapt, 120 in totaal, niet zomaar laten gaan. De in 1919 en 1920 gebouwde woningen gelden als beschermd stadsgezicht en waren toe aan een schilderbeurt.
IJs gebroken
Die werd uitgevoerd door een stel vakmannen waar je U tegen zegt. Als we bewoonster Ellis Ellenbroek mogen geloven tenminste, die de opvallende actie voor de schilders op touw zette. Terwijl zij er aanvankelijk een hard hoofd in had. ‘Wat lagen er ineens veel peuken op de stoep!’, constateerde zij half februari bij het begin van de klus. ‘Maar na de mannen er succesvol op te hebben aangesproken, was het ijs gebroken.’





Zin van het leven
De schilders lieten zich volgens haar zien als kundig en professioneel, ‘maar daarnaast opvallend flexibel, vrolijk, relaxed en aanspreekbaar.’ Tegenover RTV Noord: ‘Als je met je tas tegen een natte deur was geknald, kwamen ze dat met liefde nog een keertje doen (de deur overschilderen, red.). We hebben met ze gelachen en tussen de bedrijven door kon je ook nog met ze over de zin van het leven praten. Heel jammer dat ze gaan en we laten ze dan ook niet zomaar gaan.’



Naast vleiende briefjes, kaarten en tekeningen, was aan de bouwkeet een reusachtig spandoek bevestigd met de namen van de schilders. Paul Schriemer, geboren op een paar honderd meter van het Blauwe Dorp, voerde hen als teamleider aan. ‘Blijkbaar zijn mensen wel tevreden over ons werk’, merkte hij droog op. ‘Je gaat van klus naar klus. Als je dan op deze manier bedankt wordt, is dat hartstikke leuk.’ Ellenbroek en haar buren zullen de schilders nog missen: ‘We zijn aan ze gehecht geraakt.’
