Hempel zelf is goed voor zo’n 1,5 miljard omzet op jaarbasis, met meer dan 6000 werknemers en 24 fabrieken. Wattys heeft twee fabrieken en een heel goede naam in het gebied waar het actief is, al sinds 1915, grappig genoeg precies ook het jaar waarin de Denen hun verffabriek stichtten. Wattyl is vooral sterk in decorative coatings, vevren voor professionele schilders en doe-het zelfvers.
Hempel koopt de onderneming van het Amerikaanse Sherwin-Williams, de grootste verffabrikant ter wereld. Die kwam in 2017 in bezit van Wattyl omdat het toen eigendom was van Valspar dat door de Amerikanen gekocht werd. In Nederland is Hempel vooral bekend om zijn protective coatings en scheepsverven. Maar het maakt dus ook verf voor woningen. Niet alleen aan de andere kant van de wereld, maar bijvoorbeeld ook met Crown Paint in het Verenigd Koninkrijk. Hempel, dat over 14 R&D laboratoria beschikt, denkt dat die twee bedrijfsonderdelen elkaar kunnen versterken.
