De eigenaar van een witte motorboot wilde eigenlijk liever een zwart exemplaar. Via een advertentie op Marktplaats kwam hij in contact met een bootschilder. Deze wilde de Crownline 320 LS voor 4.000 euro wel in de gewenste kleur zetten.
Met een aanbetaling van 1.000 euro op zak werd het werk uitgevoerd. Het resultaat viel de eigenaar van de boot echter zwaar tegen. De resterende 3.000 euro betaalde hij dan ook niet. Wel schakelde hij een expert in om de kwaliteit van het schilderwerk te beoordelen. De bootschilder was gevraagd om bij dat onderzoek aanwezig te zijn maar die nam deze uitnodiging niet aan.
Overspray en orange peel-effect
De deskundige stelde over het hele vaartuig defecten in het verfsysteem vast. Zo waren er zakkers in de verf op de verticale oppervlakken. Op de horizontale delen was de coating mat in plaats van hoogglans. Daarnaast was op het hele oppervlak van de boot sprake van orange peel-effect, waarbij de oppervlaktetextuur van de verf gelijkenissen vertoont met een sinaasappelschil. Ook was er door overspray verf beland op onder meer de stoffering en de tent van de speedboot. De expert schatte de schade in op zo’n 25.500 euro.

De bootschilder werd eerst gevraagd de schade te herstellen en de expertkosten te vergoeden, en toen dat niet gebeurde om veroorzaakte schade te vergoeden. Dat gebeurde ook niet en daarom stapte de opdrachtgever naar de rechter. Die besloot de gevraagde schadevergoeding te matigen tot 12.500 euro. De rechter vond dat er sprake was van een wanverhouding tussen de aanneemsom van 4.000 euro voor de zwart uitgevoerde klus en de gewenste schadevergoeding van 22.500 euro: de door de deskundige vastgestelde schade minus de 3.000 euro die bij wijze van voorschot op de schadevergoeding al was ingehouden.
Gerechtshof oordeelt anders
De eigenaar van de speedboot was het met deze matiging niet eens en hij ging daarom in hoger beroep. Daarbij ging het alleen om de vraag of die matiging van de schadevergoeding door de kantonrechter terecht was. En het gerechtshof vindt dus van niet.
De kantonrechter heeft volgens het hof ten onrechte geoordeeld dat er een wanverhouding bestond tussen de overeengekomen vergoeding en de hoogte van de gevorderde schadevergoeding. Dat die laatste een stuk hoger uitvalt dan de vergoeding voor de eigenlijke schilderklus, komt ook door kosten voor verwijdering, herstel en transport. En dat het werk zwart is uitgevoerd en de schade daarom mogelijk niet door de verzekering wordt vergoed, is voor het hof nog geen reden om de schadevergoeding dan maar te matigen.
De bootschilder moet daarom ruim 22.500 euro aan schadevergoeding en iets meer dan 1.500 euro aan expertisekosten vergoeden. Die bedragen met een totaal van ruim 24.000 euro worden nog vermeerderd met de wettelijke rente sinds eind oktober 2023.