Jeffrey Hoek bevindt zich op een kruispunt, zoals vele schilders. De bpm-vrijstelling voor ondernemers die een nieuwe bedrijfsauto kopen verdwijnt per 1 januari, en dat brengt de eigenaar van het Woerdense schildersbedrijf in een lastig parket. ‘We hebben twee nieuwe busjes nodig en moeten nu beslissen wat we doen. Wacht je tot volgend jaar, dan kost je dat zo 10.000 euro meer per bus, omdat die bpm-regeling stopt’, vertelt hij. ‘Stappen we over op elektrisch, ja of nee? Dat is voor ons het vraagstuk op dit moment.’
De jonge ondernemer nam het bedrijf zonder personeel in 2016 van zijn vader over en bouwde het stap voor stap uit tot een gezonde B.V., met twaalf man aan het werk van wie acht in vaste dienst. Hij heeft zich goed voorbereid op het gesprek en wordt bijgestaan door Theo van Duivenbode. Nee, niet de bekende oud-profvoetballer maar een oude rot in het schildersvak – met een smakelijke Utrechtse tongval. Voor Jeffrey ligt een briefje, waarop zijn duivelse dilemma puntsgewijs is uitgetekend.
Duurzame keuzes
De Woerdenaar stelt voorop dat hij graag een duurzame keuze wíl maken. ‘Ons bedrijfspand is volledig zonder gas, we hebben zonnepanelen op het dak en gaan zo duurzaam mogelijk om met het gebruik en de afvoer van materialen. Maar er zitten op dit moment helaas nog veel haken en ogen aan elektrisch rijden voor ons als schildersbedrijf. We wíllen wel overstappen, maar doen we er verstandig aan?’
Hij somt de pijnpunten op: ‘Ten eerste zit je met een hogere aanschafprijs. Laadpalen zijn niet overal beschikbaar en hoe ga je om met je personeel als zij hun bus niet hebben opgeladen of überhaupt hebben kúnnen opladen? Kan het stroomnet het wel aan als iedereen overstapt; zo niet, wat dan? Het trekvermogen is nog niet gelijk en je hebt te maken met een mindere actieradius.’
Toch maar een dieselbus dan? Zo simpel is die keuze dus niet, legt Jeffrey uit. ‘Want aan de andere kant heb je te maken met regelgeving. Wat doet de overheid; wat gaat er gebeuren na 1 januari 2028? En wat doet dat met de restwaarde van een dieselbus?’ Een glazen bol zou kortom goed van pas komen. Maar de gewiekste ondernemer, afgestudeerd op technische bedrijfskunde, zal zelf de beslissing moeten nemen. ‘Voor 1 juli wil ik de knoop doorhakken.’ De tijd dringt dus.
Herkenbaarheid
Tot die tijd redt Theo zich prima met het “vlaggenschip” van het bescheiden wagenpark van Schildersbedrijf Hoek (één Jeep voor de werkgever, een Caddy en twee Opel Vivaro’s). De nieuwste, uit 2022, heeft de kersverse zestiger dagelijks onder zijn kont. Een sobere, maar strak afgewerkte bus met een nostalgische bestickering in een soort retro kleurstelling. ‘Die lijn trekken we door als we de bussen vervangen’, zegt Jeffrey. ‘Voor de herkenbaarheid.’


Als de achterdeuren openzwaaien, komen er enkele fraaie details tevoorschijn. ‘Voor het binnenwerk (van hout, red.) ben ik helemaal naar Friesland gereden’, vertelt Theo. ‘Wat een eind rijden… Maar diezelfde dag nog hadden ze (Bedrijfswageninbouw uit Leeuwarden, red.) het gepiept.’ Theo schuift twee enorme lades naar buiten, die onder de bodem van het framewerk zijn verwerkt. Indrukwekkend. ‘Ontzettend handig’, vindt ook Theo, ‘je kunt er enorm veel in kwijt.’ De Utrechter grijnst en verwijst tot besluit nog één keer naar het prangende elektrisch-of-niet vraagstuk bij Schildersbedrijf Hoek: ‘Prima busje. Alleen dat stekkertje ontbreekt hè…’
Hoe ziet jouw bus eruit? Mail naar als je mee wil doen aan deze rubriek!
