Of ze iets met aliens hebben? Nou nee, eigenlijk niet. Perry en Remco van Osenbruggen stellen het grijnzend vast. Toch prijkt het buitenaardse wezentje wel degelijk als tatoeage op beider armen. Op zo’n manier dat de kunstwerken samen één vormen. De ene alien – die van Perry – is uitgerust met een aansteker, de creatie op Remco’s arm met een sigaret. Houden ze beide ledematen tegen elkaar aan, dan kan de ene alien denkbeeldig doorpaffen dankzij de ander.
De symboliek is overduidelijk; de twee zijn onafscheidelijk. Al sinds de geboorte op 4 november 1986, waarbij Remco zeven minuten eerder ter wereld kwam. ‘Ja, ze zijn wel gek op elkaar’, stelt Roos Hoobroeckx lachend vast.
Een twee-eenheid. ‘Als ik de één iets vertel, weet de ander het ook. Omdat ze alles met elkaar bespreken.’ Perry: ‘Dat doen we van kleins af aan al.’ Bovendien lossen ze onderling van alles op. Voordat Hoobroeckx überhaupt een medewerker heeft kunnen charteren, heeft Perry Remco al ingeschakeld of vice versa. Wanneer er eens op zaterdag gewerkt moet worden, bellen ze elkaar en gaan ze samen. Hoeft geen werkgever tussen te komen. Geldt ook voor werken in de avonduren, als de afronding van een klus daarom vraagt. ‘Wij zijn de beroerdste niet.’
Bijna nooit ziek
Zelfs overuren worden, in overleg, tegen elkaar uitgeruild. Roos Hoobroeckx merkte daarom bij OnderhoudNL-vergaderingen weleens gekscherend op dat ze elk bedrijf, in het licht van personeelstekorten, zo’n tweeling gunt. Niet in de laatste plaats omdat zij ook een lage drempel zijn voor jonge krachten. ‘Het zijn gewoon fijne medewerkers, positief, opgewekt, met een houding van “dat doen we wel even”. Bijna nooit ziek ook. Want dan missen ze elkaar.’
Bovendien beschikken ze over een zesde zintuig, voelen ze aan wanneer er op de achtergrond iets speelt bij een leerling. ‘Als iemand ergens mee zit, zien wij dat, daar hoeven ze niks voor te zeggen.’ Daarom zijn de broers de aangewezen mannen om jongeren onder hun hoede te nemen. Bijvoorbeeld de kersverse Nederlands schilderkampioen Ilse Steenbeek, die zich bij Remco en Perry van Osenbruggen ‘als een vis in het water voelde’ en na een wat weifelende start enorm opbloeide. Dat zij haar identieke leermeesters op het NK schilderen tegenkwam, emotioneerde haar zelfs en gaf haar nét dat ruggensteuntje om tot de laatste snik te strijden voor een topresultaat. Komende zomer mag ze naar Euroskills.

Roos Hoobroeckx: ‘Remco en Perry zijn toegankelijk, praten makkelijk en vinden het niet vervelend iemand bij de hand te nemen, iets nog een keer uit te leggen of toe te lichten.’ Een schouderklopje hier, een glimlach daar; het kan een onzekere leerling nét dat zetje in de juiste richting geven. ‘Terwijl er genoeg schilders zijn die niet glimlachen als er niets te glimlachen valt.’
Hun sociale inborst maakt ze eveneens geknipt voor het uitgebreide zorgportfolio van Hoobroeckx Schilders. Zoals de gasthuizen voor dementerende ouderen, die het bedrijf door het hele land in onderhoud heeft. ‘Kun je niet elke schilder naartoe sturen’, weet Roos Hoobroeckx. ‘Remco en Perry wel.’ Perry, lachend: ‘Ik ben daar weleens aangesproken als Zwarte Piet. Die vrouw stiefelde verder, kwam terug en zei: wat bende gij toch een lieve jongen. Binnen vijf minuten kan dat omdraaien.’
Polonaise
Een andere keer liep hij zelfs de polonaise. ‘Dat was in Druten. We hadden een klein radiootje aan staan en het was net in de tijd van carnaval. Carnavalsmuziek dus. Ging er een hele polonaise met ouderen door de gang. Ik doe dan wel mee, hoor, haha. Dat zijn momenten die je bijblijven. Kijk, voor die mensen lijkt het me best fijn dat ze eens iemand anders zien lopen dan hun begeleiders. Kunnen ze een beetje hun verhaal kwijt.’
Remco heeft zelfs een achtergrond in de zorg en kwam later dan zijn broer in het schildersvak terecht. Zo schroomt hij niet een ouder persoon bij de arm te nemen als de situatie daarom vraagt. ‘Zou Perry ook zo doen hoor’, haast Hoobroeckx zich te zeggen. Remco: ‘Waar het om gaat is dat je eerst even taxeert of iemand daar behoefte aan heeft. Sommigen zijn er niet van gediend, worden er zelfs giftig van. Dat moet je aanvoelen. Maar meestal is het: hup, arm eronder en loop ik er zo mee weg en breng ik ze weer terug.’
Uiteraard zijn er ook de nodige misverstanden rond de look-a-likes. Zoals de huisartsenpost die bij hoog en laag beweerde dat het niet kon kloppen dat ze dezelfde geboortedatum hebben. Het pensioenfonds idem dito. Ook bedrijfseigenaar René Hoobroeckx knipperde even met zijn ogen toen hij een kopie van Perry van Osenbruggen zijn bedrijf zag binnenlopen. Laatstgenoemde lepelt grijnzend een anekdote op: ‘Ik heb weleens gehad dat Remco bij een klus bezig was en ik het daar een dag later van hem overnam. Mensen hadden totaal niet in de gaten dat er gewisseld was en toen ik zei dat het eerst mijn broer was die er werkte, zeiden ze: dat kan helemaal niet, jij was hier.’

Vijf meiden
Als vaders worden ze gelukkig niet verward. Perry heeft drie kinderen, Remco twee. Allemaal meiden, om-en-om geboren. Perry: ‘Na de oudste van mij komt de oudste van hem, dan mijn middelste, zijn jongste en als laatste mijn jongste.’ Alsof ze het zo hebben afgesproken. In hun rol van schilder trekken ze vaker niet dan wel samen op. De kans is groot dat ze elkaar op de zaak toch nog even zien. Gebeurt dat niet, dan belt de een de ander op om de dag door te nemen. Zodat de aliens toch nog even verbroederen.
