Grote vraag is natuurlijk: waarom nog een vakboek, als je via allerlei apps eenvoudig kunt calculeren?
Daniëlla Pruijsers-Verduijn, als onderwijskundige bij Savantis één van de auteurs en samenstellers van het boek: ‘Er zijn inderdaad diverse apps voor het calculeren van schilderwerk, maar in het boek gaat het er om wat daar achter zit. De berekening zelf kun je wel maken via een app, maar het begrip van wat je doet is theorie. En daar komt meer bij kijken dan je zou verwachten. Alle punten komen in het boek naar voren. Zo zijn de uitkomsten van een inspectie de basis. Dan moet je vaststellen wat de onderhoudstoestand is. Maar je moet ook de wensen van de klant weten, qua kleur en soort verf en dergelijke. Vervolgens calculeer je materiaalkosten maar ook arbeidskosten.’
Henk-Jan Buddingh, vanuit zijn praktijkervaring met calculeren een van de betrokken vakauteurs: ‘Om te kunnen werken met apps moet er wel een basis zijn hoe je moet opmeten. Calculatieprogramma’s gaan uit van de standaard meetmethode. Dan moet je wel weten hoe die werkt. Zo meet je bij een dakgoot tot 30 cm breed alleen de lengte, maar bij een bredere dakgoot bereken je de oppervlakte. Als je dat niet goed doet, kun je er niet mee calculeren. Dat geldt voor het inmeten van bestaand werk, maar ook voor het calculeren vanaf tekening en bestek. Je moet weten hoe je die leest. Ook begrippen zijn belangrijk: wat is inpandig, wat is uitpandig, wat is de weerzijde? Daar moet je allemaal rekening mee houden.’
Het boek is bedoeld voor zowel studenten als mensen die al werkzaam in het vakgebied. Hoe combineer je dat?
Pruijsers-Verduijn: ‘Het is een boek dat heel stapsgewijs is opgezet. Een student begint vooraan, maar de ervaren schilder kent een deel al en kan ergens anders instappen. ‘Calculeren van schilderwerk’ begint met de begrippen opdrachtgever en opdrachtnemer, en gaat vervolgens verder met inspecteren en inventariseren. De eerste hoofdstukken zijn echt theorie. Hoofdstuk vijf is meer boekhoudkundig en gaat er bijvoorbeeld over hoe je overhead berekent en prijzen bepaalt. De hoofdstukken daarna gaan over het proces en hoe je de voortgang bewaakt. We sluiten af met een nieuw hoofdstuk, over digitale technieken, zoals digitaal inmeten en de inzet van drones. Dat soort dingen zullen steeds veranderen, maar de theorie er achter blijft hetzelfde.’
Buddingh: ‘Er is bijvoorbeeld ook een hoofdstuk speciaal over glas. Je kunt daarvan de oppervlakte berekenen, maar het gaat ook om de dikte en het soort glas. Bij nieuwbouw is veel aangegeven in het bestek en op de tekeningen, maar bij bestaande bouw moet je zelf bedenken dat er op de bovenste verdiepingen van een hoger gebouw ander glas moet komen dan op de begane grond. Maar denk ook aan toepassing van doorvalveilig glas. Dat is vakmanschap waar je rekening mee moet houden bij het calculeren.’
Heeft de ervaren vakman dit boek nodig? Gaat er veel fout in de praktijk?
Buddingh: ‘Het is een boek voor studenten, maar bijvoorbeeld ook voor de werkvoorbereider die calculator wil worden. Gaat er veel fout in de praktijk? Dat is hoe je ernaar kijkt. Er zijn ook kleine schildersbedrijven die inschatten hoe veel dagen werk een klus kost en op basis daarvan een prijs afgeven. Dat kan, maar voor het echt calculeren van een groter schilderwerk heb je meer nodig. En dan moet je de begrippen en theorie er achter wel kennen.’
Pruijsers-Verduijn: ‘Studenten van de schildersopleiding van niveau 3 gaan het boek in ieder geval gebruiken want het is een verplicht onderdeel van de opleiding.’
Er was al eerder een vakboek ‘Calculeren van schilderwerk’. Waarom werd het tijd voor een nieuwe uitgave?
Pruijsers-Verduijn: ‘Het oude boek was al een aantal keren herzien. De laatste herziening was meen ik van 2012; het origineel van 2003. Vormgeving en afbeeldingen waren uit de jaren tachtig. Het was wel heel veel tekst, met verouderd taalgebruik. We zijn nu veel visueler ingesteld en het boek is inhoudelijk bijgesteld. Eigenlijk is ‘Calculeren van schilderwerk’ een compleet nieuw boek geworden. Samen met mijn collega Floor hebben we de inhoud doorgesproken en de hoofdstukindeling bepaald, met meer en kortere hoofdstukken. Per hoofdstuk hebben we inhoud bepaald en voorgelegd aan de mede-auteurs voor input en ter verificatie. We hebben drie auteurs ingeschakeld uit de praktijk. Dat waren Henk-Jan Buddingh van Profrema vanuit de calculatie, Barry Lubbersen van het Deltion College vanuit het schildersonderwijs en oud-schilder Robert van der Vegt vanuit de praktijk en onderwijs. Zij zijn de mensen met de inhoudelijke kennis, terwijl wij de inhoud hebben samengesteld.’
Bij het boek behoren ook Excel-formulieren en komt aanvullend digitaal materiaal beschikbaar. Vanwaar die opzet?
Pruijsers-Verduijn: ‘De Excel-formulieren zijn vooral voor studenten. Daarmee kunnen ze zelf volledige calculaties maken. Die formulieren laten echt zien hoe die calculatie tot stand komt. Studenten zullen die ook op papier gaan invullen. Maar niet iedereen heeft kennis van Excel. Daarom zijn we bezig instructievideo’s te maken waarin we bijvoorbeeld aan de hand van een raamkozijn stapsgewijs laten zien hoe je zo’n calculatieformulier invult.’
Het 283 pagina’s tellende vakboek ‘Calculeren van schilderwerk’ is online verkrijgbaar bij Savantis.