De schilder was bezig met schuurwerkzaamheden aan een woning voor het aannemersbedrijf. Dat deed hij op de begane grond, maar hij besloot uit eigen beweging ook het balkon mee te nemen.
Pols- en kaakbreuk
Toen de man zich vanaf een ladder naar dat balkon wilde hijsen, brak een houten spijl van het balkon af. De schilder verloor daardoor zijn evenwicht en viel naar beneden. Hij brak beide polsen en een kaak. Ook raakte hij gewond aan zijn linkerschouder en linkerenkel.
Bij de kantonrechter eist de schilder 5.000 euro van het aannemersbedrijf voor geleden en nog te lijden schade. Het gaat dan om smartengeld, verlies van arbeidsinkomen, verlies van zelfwerkzaamheid en medische kosten. Die 5.000 euro is een zogenaamd voorschot onder algemene titel, bedoeld om alvast een bedrag uit te keren in afwachting van de exacte kosten van de schade.
Eigen schuld?
De aannemer wijst alle verantwoordelijkheden van de hand. Zo is de schilder niet bij het bedrijf in dienst en deed hij op eigen verzoek lichte werkzaamheden om wat bij te verdienen. Daarbij heeft hij er volgens de aannemer zelf voor gekozen om via een ladder op het balkon te klimmen terwijl hij daar niet hoefde te werken én wist dat er houtrot was aan dat balkon. Het ongeluk is dus de eigen schuld van de schilder, zo vindt de aannemer, die ook stelt dat de gestelde schade niet goed is onderbouwd.
Wie arbeid laat verrichten door iemand met wie geen arbeidsovereenkomst bestaat, is volgens de zogenoemde schakelbepaling verantwoordelijk voor schade die de ingehuurde kracht tijdens het werk lijdt. In dit geval is de schakelbepaling volgens de rechter van kracht. De man is schilder van beroep en was voor werkzaamheden in dat verband tegen betaling ingehuurd. Hij werd daarbij aangestuurd door het aannemersbedrijf.
Voor de rechter staat vast dat het letsel is opgelopen tijdens de uitvoering van het werk. Daarmee is de aannemer in beginsel aansprakelijk en deze heeft volgens de rechter niet aangetoond dat aan de zorgplicht is voldaan. Evenmin is bewezen dat de schilder, die bij het verrichten van de schuurwerkzaamheden afweek van de gegeven opdracht, bewust roekeloos is geweest. Dat hij had moeten of kunnen weten dat er houtrot was aan het balkon, is voor het bewijzen van die bewering simpelweg niet genoeg.
Blijvend letsel en eigen risico
Toch krijgt de schilder niet de gewenste 5.000 euro. Alle breuken zijn hersteld en hij zegt weliswaar nog steeds pijn aan zijn rechterpols te hebben, maar dat is te weinig om als bewijs van blijvend letsel te dienen. En het vermeende verlies van arbeidsvermogen en zelfwerkzaamheid is door de schilder nergens mee onderbouwd.
Dat geldt zelfs voor zijn bewering dat het ongeluk hem eigen risico heeft gekost. Dat had hij volgens de rechter toch vrij makkelijk kunnen aantonen met een uitdraai van zijn overzicht van gemaakte ziektekosten. De schilder heeft niet goed onderbouwd dat hij als gevolg van dit ongeluk medische kosten heeft gemaakt, oordeelt de rechter.
De rechter laat er tot slot een ‘ex aequo et bono’ ofwel toewijzing naar billijkheid op los. Daarmee bepaalt de rechter zelf wat een redelijke schadevergoeding is. In dit geval een bedrag van 1.000 euro, dat de aannemer bij wijze van smartengeld aan de schilder moet betalen.
De redactie van Schildersvak.nl schrijft met regelmaat over vallen van hoogte, het meest voorkomende type ongeval in de bouw:
