De toename van het aantal stoppers – met 37 procent ten opzichte van hetzelfde kwartaal van 2024 – is in alle sectoren te zien. Uitzonderlijk, volgens de KvK. Koplopers zijn de land- en tuinbouw (90 procent meer stoppers) en de gezondheidszorg (72 procent). De bouw pakt ‘brons’ met 50 procent.
Stoppende eenpitters
Bij bijna driekwart van de stoppende bedrijven gaat het om zzp’ers. Al maanden is daar een flinke afname te zien, constateerde de KvK. De ondernemersorganisatie wijt dat fenomeen aan de controle op schijnzelfstandigheid, die de Belastingdienst sinds begin van dit jaar heeft opgepakt. Het idee is dat veel zzp’ers in dienst gaan, omdat ze eigenlijk hetzelfde werk doen als werknemers met een contract. En dus helemaal geen zelfstandige zijn.
‘We zien dat hierover veel onrust is’, zegt ook Josette Dijkhuizen, ondernemer en hoogleraar Tilburg University, tegen de NOS. ‘In verschillende sectoren weet men nog niet zo goed waar het naartoe gaat. Ook eind 2024 zag je al meer stoppers.’
Eerder al bleek dat de verscherpte zzp-handhaving zich laat voelen in de bouw. Volgens de Conjunctuurenquête Nederland van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), de Kamer van Koophandel (KvK), het Economisch Instituut voor de Bouw en de werkgeversorganisaties MKB-Nederland en VNO-NCW is de bouw koploper als het gaat om minder zzp’ers inhuren.
Daling starters
In dezelfde sectoren waar veel ondernemers stoppen, beginnen ook maar weinig mensen met een onderneming. Volgens Dijkhuizen eveneens het gevolg van de onzekerheid die de handhaving op schijnzelfstandigheid met zich meebrengt. Het aantal startende bedrijven nam sowieso flink af. Ruim 60.000 durfden het wel aan; de sterkste afname in tien jaar tijd (17 procent).
Nieuwe ondernemers kiezen er overigens steeds vaker voor om een besloten vennootschap op te richten. Dit zou volgens de KvK te maken kunnen hebben met de aanstaande verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers.