Beide brancheorganisaties constateren dat in de huidige crisis veel uitzendkrachten de rekening betalen. In branches waar het vanwege de maatregelen tegen de pandemie slecht gaat, worden werknemers in vaste dienst vaak nog wel in dienst gehouden, maar zijn het de flexwerkers die niet meer hoeven komen werken.
Beide belangenorganisaties voor de uitzendbranche vinden tegelijk dat flexwerk belangrijk is en moet blijven bestaan. De crisis laat juist zien hoe belangrijk het is voor bedrijven om over flexibel personeel te beschikken, waar ze snel van af kunnen in tijden van tegenslag.
De NBBU grijpt deze situatie aan om te pleiten voor een meer gelijk speelveld voor mensen met een vast contract en mensen met een tijdelijk contract. Dit zou bereikt kunnen worden door de invoering van een ‘basisregeling’. Dit zou een verzekering voor alle werkenden moeten zijn, ongeacht de contractvorm, waardoor deze werkenden bij uitval of werkloosheid een gegarandeerde uitkering op minimumniveau moeten krijgen. Bovenop deze basisregeling zouden dan extra regelingen kunnen worden afgesproken, een ‘pluspakket’. Hoe deze collectieve verzekering, gefinancierd vanuit alle loonbetalingen, verschilt van het huidige sociale zekerheidsstelsel is niet één-twee-drie uit het voorstel op te maken.
De ABU volgt een andere weg en laat zich adviseren door het Platform Toekomst Arbeidsmarkt, waaraan onder andere meedoen: de Goldschmeding Foundation, AWVN, Cedris, UWV, VNG, NRTO, MBO-Raad, PO-Raad, het Verbond van Verzekeraars. Deze groep komt tot de conclusie dat er meer gedaan moet worden om mensen van werk naar werk te krijgen. Het voorstel is om de werkloosheidsuitkering WW voor mensen met een vast contract die ontslagen worden korter in duur te laten zijn (12 in plaats van 24 maanden) maar wel op 90 procent van het laatstverdiende loon terug te brengen (wat het enige decennia geleden was) in plaats van 70 procent. Tegelijk zouden mensen voor wie ontslag er aan komt tot 70 procent van hun tijd in hun oude baan moeten inzetten om nieuw werk te vinden. Zo zou de WW als een ‘springplank’ kunnen dienen naar nieuw werk.
Voor zzp’ers zou er een Weerbaarheidsreserve moeten komen, een fonds waaruit bij ziekte of het wegvallen van werk mensen geld zouden kunnen krijgen. Hoe dat gefinancierd moet worden houdt het platform in het midden.