Uit dit rapport blijkt dat de arbeidsmarktpositie van statushouders in Nederland ongunstig is. Slechts een kwart van degenen die sinds 2014 naar Nederland kwam, vond betaald werk. Twee derde is afhankelijk van een bijstandsuitkering. De maatschappelijke participatie blijft ver achter. Teveel statushouders staan daardoor aan de zijlijn. Ze kampen onder andere met achterstanden op het gebied van opleiding, taalbeheersing en bruikbare werkervaring.
Het is juist belangrijk dat deze nieuwkomers meedoen en hun talenten kunnen ontplooien. In enkele gemeenten, regio’s en sectoren draaien op dat vlak weliswaar veelbelovende projecten, maar die kennis wordt nog steeds onvoldoende gedeeld, stelt de SER. Juist nu de arbeidsmarkt (vooral ook de schildersbranche) grote kansen biedt voor mensen die moeilijk aan werk komen, zijn er volop kansen voor statushouders.
De raad pleit dan ook voor effectievere ondersteuning van vluchtelingen met een verblijfsvergunning bij het zoeken naar werk.
Om tot een succesvolle integratie van statushouders op de arbeidsmarkt en in de maatschappij te komen, adviseert de SER het Rijk om hindernissen weg te nemen voor lokaal maatwerk en een sluitende regionale infrastructuur waarop gemeenten, werkgevers en werknemers een beroep kunnen doen.
“Dit vraagt om veranderingen in wetgeving, beleid en uitvoering”, zegt SER-voorzitter Mariëtte Hamer. Er moet, volgens haar, nadrukkelijk worden gestuurd op de kwaliteit van dienstverlening en het structureel beschikbaar stellen van voldoende financiële middelen aan gemeenten.
De gemeenten moeten vroeg met de (arbeids-)integratie beginnen en ondersteuning bieden die toegespitst is op de behoeften en mogelijkheden van statushouders. En taal moet in combinatie met participatietrajecten worden aangeboden.
Laten we hopen dat dit straks leidt tot veel nieuwe instroom van personeel in onder andere de schildersbranche.