Ga naar hoofdinhoud
« Vragen

Wat doe je met een dopborstel?


Vraag:

Welke decoratieve techniek kun je uitvoeren met een dopborstel?

Antwoord:
Terugbladerend in de beschrijvingen van oude schilderboeken (van onder andere P. van der Burg uit 1876) lezen we dat de chiqueteerkwast (vervaardigd van eekhoornhaar en gebruikt bij hout- en marmerimitaties om bijvoorbeeld aderen te imiteren) of chiqueteur in de volksmond ook wel dopkwast werd genoemd.

In het Vlaams noemt men een kwast een ‘borstel’. Waarschijnlijk komt daar de benaming ‘ dopborstel’ uit voort. Een tweede verklaring kan zijn, dat we een ’toepkwast’ als schildergereedschap kennen. Deze wordt met een ‘doppende’ techniek gebruikt. Ook hierbij kan een verbastering zijn ontstaan naar een ‘dopborstel’. Het eerste lijkt ons het meest voor de hand liggende.

De toepkwast wordt, als ie groter is uitgevoerd, ook wel toepborstel genoemd. Door een vlakke ondergrond met een lijnoliesaus op kleur voor te strijken, is er rechtshandig met de toepkwast een zogenoemd vlakverlevendigingseffect aan te brengen. Een variant is de ‘marmerklopper’ die in plaats van varkenharen bundeltjes rubberen (soms runderlederen voorgesneden) strips heeft. Da geefteen soortgelijk effect.


Deel via:

Heeft u zelf een vraag? Stuur deze dan hier in

Eén reactie op “Wat doe je met een dopborstel?

  • Klaas de Wit

    Terugkijkend in mijn archief kwam ik het artikel ‘Decoratieve technieken (6). Kloptechnieken.’ van Johan Heesters in Schildersblad/Eisma’s VP (96) ’94 nr. 9 (7 sept.) ISSN 0920-2099, p. 34-36 tegen.
    Het artikel is hier niet als pdf te downloaden daarom beperk ik het tot de subtitel:
    ‘Evenals wikkelen en sponsen is kloppen een oude vlakverlevendigingstechiek. De oorsprong moet men in Duitsland zoeken waar verf al vele decennia decoratief is verwerkt. Mogelijk is dat ook de oorzaak dat deze techniek in oude vakboeken de doptechniek, afkomstig van het Duitse ‘Tupftechnik’ wordt genoemd.’
    ‘Naast de term doppen is ook wel de naam ‘toepen’ gebruikt. In beide gevallen wordt verf met gereedschap kloppend verwerkt en wordt daarom nu de voorkeur gegeven aan de
    Nederlandse uitdrukking ‘kloptechniek’. ‘
    Het handboek voor schilders (6e druk – 1953) van Bartels en Meere uitgeverij Kluwer
    geeft op blz. 354-355 een uitleg over ‘Doppen en kloppen’.
    Hoogstwaarschijnlijk zal er in de gedateerde ‘Encyclopedie voor schilders’ van G.H. Wisink die in een wekelijkse afleveringen gedurende tien achtereenvolgende jaren (plm. 1958-1968) gepubliceerd in Eisma Vakpers wat hebben gestaan.
    Hierbij plaats ik meteen een oproep: Als er iemand is die deze serie losbladig heeft dan zou ik deze graag willen lenen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.