Ga naar hoofdinhoud
« Vragen

Kleurverandering bij verf

Overige

Vraag:

Onlangs heb ik een lichte kleur zijdeglanzende, gesiliconiseerde alkydlak aangebracht van een professioneel verfmerk. Na enige uren verkleurde deze lak tenminste twee tinten donkerder dan de organieke kleur. Het verfblik van de klant was weliswaar van eind 2011, maar eerder in 2012 gebruikt en toen deed zich geen kleurverschil voor. In het blik zie ik geen waarneembaar bederf en voor gebruik is de verf goed omgeroerd. Herschilderen geeft helaas hetzelfde resultaat. Wat zou de oorzaak kunnen zijn van dit extreem nadonkeren?

Antwoord:
Als je verf langdurig bewaart, zullen verschillende eigenschappen kunnen veranderen. Bekend is dat er velvorming kan optreden, dat er een harde bodemkoek kan ontstaan en dat de verf dun of juist dik wordt. Ook kunnen er grove deeltjes ontstaan, de droging kan achteruit gaan en de kleur kan veranderen.
 
Samenklonteren
Er kunnen chemische reacties plaatsvinden tijdens het langdurig bewaren waarbij het pigment betrokken is. Maar het kan ook zijn dat pigment samenklontert. Als er twee of meer pigmenten in de verf zitten en één ervan klontert samen, dan is de verhouding verstoord en wijkt de kleur af. Wanneer een gebruikt pigment enigszins oplosbaar is in de bindmiddeloplossing, dan zullen de kleinste pigmentdeeltjes hiervan kunnen kristalliseren.
 
Ook dat kan weer aanleiding zijn tot kleurverandering. Een verandering van kleur tijdens langdurige opslag is vanzelfsprekend ongewenst. De industrie heeft dit probleem inmiddels goed onder de knie. Het wordt vooral voorkomen door een uitgebalanceerde samenstelling tussen vooral pigment, vulstof, bindmiddel en oplosmiddel. Niettemin komt het kleurverandering nog steeds voor. Gebruik daarom verf zeker binnen twee jaar. Vijf jaar laten staan is te lang.


Deel via:

Heeft u zelf een vraag? Stuur deze dan hier in

Eén reactie op “Kleurverandering bij verf

  • Klaas de Wit

    De verf is onstabiel geworden doordat het blik geopend is en er van is gebruikt, de toegetreden zuurstof kan de additieven beïnvloeden. Zo ook
    het flocculatiemiddel wat bij dispergering wordt gebruikt bij de bereiding van verf.
    Dispergering heeft alleen waarde wanneer het gelukt de verkregen dispersietoestand duurzaam – dat wil zeggen bij het verder verwerken bij opslag en bij de filmvorming – stabiel te houden. De stabiliteit van de gedispergeerde toestand is in de verf niet vanzelfsprekend, omdat de natuur er naar streeft in de loop der tijd om te keren. Door dispergering is er energie aan de verf toegevoegd en deze op een hoger energieniveau gebracht. Ieder systeem streeft echter een zo laag mogelijk energieniveau na.
    Bij verf wordt dit bemerkbaar doordat de verdeelde pigmentdeeltjes ernaar streven zich weer samen te voegen, tenzij dit wordt verhindert – door
    gebruik van een niet geschikt flocculatiemiddel. Het gevolg zou zijn pigmentflocculatie, wat leidt tot vermindering van het aantal adsorptie-
    centra in de verf en daarmee tot vermindering van het kleurvermogen en de zuiverheid van de oorspronkelijke kleurtint.
    Een eenvoudige methode om pigmentflocculaten in natte verf verf te herkennen kan worden gedaan met de zogenaamde ‘Rub-out-test’. Een andere,
    zeer vaak gebruikte methode voor het herkennen van flocculaten is de ‘glasafloop.’
    Bij grote kwantums die men in stock heeft en waarbij twijfel bestaat over de houdbaarheid kan een monster worden genomen en de fabrikant is genegen – eventueel tegen betaling – deze te testen op zijn merites is altijd de veiligste keuze.
    Op het bewaren van verf is géén vaste tijdsduur te plakken, dat is helemaal afhankelijk van het type en de opslagcondities.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.