Lijnolie is wonderlijk spul. Niet alleen kan je er alkydharsverf van maken maar ook lijnolieverf. Maar het meest wonderlijke is; het komt vanzelf uit de grond. Je hebt geen ingewikkelde boortorens nodig, geen continent lange pijpleidingen of kasteel grote zeeschepen. Nee, een lapje grond, (nou ja, lapje) een boer, wat mechanische attributen en een paar slimmeriken. Het plantje heet vlas en als die het naar zijn zin heeft maakt het heel veel kleine zaadjes.
Omdat ik zo nu en dan een rubriekje in de papieren Schildersvakkrant mag verzorgen ben ik twee weken geleden op een zonnige vrijdag naar IJmuiden afgereisd. De naam IJmuiden is overigens een verbastering van ‘mond-van-het-IJ omdat het met het Noordzeekanaal toegang verschaft tot Amsterdam en een bekend watertje daar heet het IJ. Soms is het leven simpel en met verf hoeft het niet anders te zijn.
Eerlijk toegegeven, pas de dagen na mijn bezoek ontdekte ik de wonderlijke wereld van lijnolieverf. Niet in de laatste plaats omdat ik twee blikken van hun Aquamaryn merknaam meekreeg om thuis te experimenteren. Dit deed ik met de Toplin Aflak Glans, die een gemodificeerde standverf op lijnoliebasis is en de Aqualin Aflak Glans die een watergedragen verf op lijnoliebasis is.
Wat mij tijdens het schilderen direct opviel was die aangename lijnoliegeur; een licht-zoet aroma zoals alleen moeder natuur die kan maken. Beide verfsoorten strijken uitermate soepel en op geen enkel moment heb ik behoefte aan verdunnen. Vloeiing en dekking zijn uitmuntend en dat resulteert in een prachtige glans. (ik voel een denkbeeldig tikje op mijn schouder en mijn opa knipoogt; zie je jochie, zo deden wij dat vroeger)
Nu ben ik opgegroeid met alkydharsverf en ik ben lijnolieverf uitsluitend tegengekomen tijdens het afbranden van verflagen op nostalgische herenhuizen. Ik herken het aan het kauwgummie plakkerige spul dat hardnekkig aan mijn krabber vast blijft zitten. Dat is lastig maar het is wel kenmerkend voor de elasticiteit van lijnolieverf.
Even voor de vergelijking; de kozijnen van soms honderden jaren oude monumentale panden zijn vaak nog in prima conditie als op de onderste verflagen lijnolieverf zit.
De opmerkelijke revival van lijnolie voltrekt zich op een breed front. Geïnteresseerden kennen ook het merk Rolsma maar ook in Skandinavië wordt er al volop mee gewerkt.
In de jongste uitgave van Eisma’s Schildersblad, die vandaag op mijn deurmat viel, staat op pagina 31 een enthousiast artikel over het Zweedse lijnolieverfmerk Allbäck.
Drie bladzijdes verder een artikel over de renovatie van een monumentaal pand in het centrum van Breda waarbij de eigenaren als eis stelden dat er uitsluitend met natuurlijke bouwproducten gewerkt mocht worden. Wat de verf betreft viel de keuze op Aquamaryn.
Ook voor het in het artikel genoemde schildersbedrijf was het de eerste keer dat zij met lijnolieverf aan de slag zijn gegaan en aan hun enthousiaste reacties af te lezen kon die (lijn) olievlek zich nog wel eens drastisch gaan uitbreiden.
Interessant Bas , maar hoe zit het met de droging ?
Zo blijf ik het een probleem vinden dat de sponningkanten van voordeuren toch weer vaak beschadigen omdat de voordeur tegen de avond toch weer dicht moet .
Ondanks mijn herhaaldelijke voorstellen heb ik nog nimmer een klant bereid gevonden om de nacht op een luchtbedje achter de voordeur op een kierstand door te brengen .
Groeten .
Ursa Paint heeft, de watergedragen lijnolieverf even niet meegerekend, twee lijnolietypes voor buitenwerk: de Toplin en de Linal. Deze laatste is de authentieke lijnolieverf en heeft een langere droogtijd en is voor deuren en ramen die ’s avonds weer dicht moeten ogenschijnlijk minder geschikt.
Om aan die wens tegemoet te komen is de Toplin ontwikkeld. Door modificaties droogt deze sneller en is zij niet een 100% lijnolieverf maar zit daar wel heel dicht tegenaan.
De Linal is een 100% lijnolieverf en is een topproduct voor de liefhebber en de absolute vakman. Vergis je niet, je zult je werksysteem moeten aanpassen. Wie zich niet verdiept in alle facetten van dit verf type moet hem niet eens uitproberen.
Wie trotse en tevreden opdrachtgevers genereerd met lijnolieverf mag zich lid noemen van Het Nederlands Schildersgilde.
Robert, elk nadeel heb zijn voordeel zou Cruyff zeggen…een oplossing is grondverf op kleur (eventueel extra laag) de juiste tijd kiezen (tijd vh jaar en tijdstip van dag), dunner aanbrengen en eventueel keer terug komen…dit communiceren met klant…voordeel klantcontact…meer klantcontact is meer binding en opdrachtmogelijkheden.
Veel Schilders hebben een verkeerd verwachtingspatroon bij deze verf. Je kunt met deze verf niet alles. Bijvoorbeeld schilders die gewend zijn vette lagen aan te brengen of een bling bling effect verwachten mislukken in hun poging. Lijnolie is verf op oliebasis, is zachter, is geen sneldrogende lijmachtige verf die snel hard wordt. Het heeft een andere droogwijze. Ofschoon de droogtijden aanmerkelijk verbeterd zijn tav vroeger en inmiddels niet onder doen voor de nieuwe synthetische verven, die overigens ook de schroeiproblematiek kennen, vergt deze verf wat creativiteit en geduld, anders plannen enzv. En iedereen die zeurt over hogere kosten met deze verf…mijn collega schilders zzp’ers (die allemaal met de sikkens en de sigma’s hebben gewerkt) weten wel beter, het is niks niet duurder.
Voor de klant is het zelfs goedkoper…lijnolieverf heeft een langere levensduur.
The proof of the pudding is eating… ben je het eenmaal gewend dan wil je niets anders.
Groet Marcel Aaldering PUREVERF
Voor wat betreft het verhaal van Marcel kan ik me helemaal in vinden, dat lijnolieverf zelfs goedkoper is. Want het betaald zich terug op kwaliteit, meer rendement op de liter en uiteindelijk klantbehoud.
Voor wat betreft de voordeur; werk met meerdere dunne lagen, begin de dag vroeg, doe wat talkpoeder op de tochtstrip en bij twijfel en uitzondering kun je altijd nog een siccatief mee mengen (maar wees er voorzichtig mee, want dit draagt niet bij aan de flexibele eigenschap van lijnolieverf).