In beide gevallen (welke bedrijven het precies betrof wordt niet bekend gemaakt, maar één van de twee was een multinational) werd de temperatuur van de medewerkers bij binnenkomst in het pand gemeten. Dit uiteraard in verband met de corona-epidemie en de mogelijkheid om zieke en besmettelijke werknemers de toegang te kunnen ontzeggen.
De uitspraken staan los van de vraag of temperatuurmeting wel effectief is om verhoging te detecteren en of die verhoging dan het gevolg is van ziekte. Dit wordt ernstig betwijfeld.
Gegevens niet registreren
In beide gevallen gaat het om schendingen van de wet AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming). De lichaamstemperatuur wordt gezien als een ‘gezondheidsgegeven’, als die tot op een individueel persoon valt terug te voeren, en valt daarmee onder de bescherming van de AVG. Een werkgever mag niet over dit soort gegevens beschikken en als hij er wel over beschikt er in ieder geval niets mee doen: niet registreren en ook geen consequenties aan verbinden.
Toestemming geven niet genoeg
In één van de gevallen was de medewerkers van te voren toestemming gevraagd om te temperaturen. Maar de AP constateerde dat deze toestemming niet vrijwillig was: wie niet tekende mocht niet naar het werk komen. Daarom mocht het niet.
De enige in de arbo-relatie die de temperatuur van de werknemer zou mogen opnemen en registreren is de bedrijfsarts, die op zijn/haar beurt weer onder tal regels op het gebied van privacybescherming valt.
Een volautomatische meting met daaraan verbonden consequenties, zoals een poortje waar mensen automatisch getemperatuurd worden en al dan niet geweigerd, is helemaal uitgesloten.
De regels over het temperaturen van medewerkers volgens de AP zijn hier te vinden.