Ga naar hoofdinhoud

‘Verplicht schilderspensioen moet blijven’


Vlak voor de jaarwisseling gaf FNV Bouwen en Wonen nog een duidelijk standpunt mee: het behoud van de huidige pensioenregeling voor zelfstandige schilders bij BPF Schilders. Dit aan de hand van enkele concrete rekenvoorbeelden. Een punt van overweging gedurende de schilderluwe weken.

 

Het schilderspensioen (BPF Schilders) ligt onder vuur, aldus de werknemersvereniging. ZBO, ZZP Nederland en PZO, willen van de verplichtstelling af. Zij stellen dat veel zelfstandigen zelf hun pensioen willen en kunnen regelen, zonder een verplichtstelling.

 

Maar is dat ook zo, vraagt FNV Bouwen en Wonen zich af: de meeste zelfstandigen blijken veel te weinig pensioen op te bouwen of hebben geen idee hoeveel geld een goed pensioen nu eigenlijk kost. En zonder een gelijkwaardig of beter alternatief dan het huidige schilderspensioen kost je dat als zelfstandige straks veel geld.

 

Als je volgens de vakbond zelf je pensioen zou willen regelen, in plaats van de huidige regeling, kijk dan niet alleen naar wat een alternatieve regeling kost, maar vooral wat deelnemer en nabestaanden ervoor terugkrijgen.

 

BPF Schilders flexibel

FNV Bouwen en Wonen is daarom voor het behouden van de huidige pensioenregeling voor zelfstandige schilders bij BPF Schilders. Je mag als zelfstandige binnen het minimum en maximumpensioen zelf kiezen welk pensioen je wilt opbouwen. Volgens de vakbond een heel flexibele regeling waarbij een goed pensioen voor de deelnemer en nabestaanden is op tebouwen.

 

Rekenvoorbeelden

Hieronder geeft FNV Bouwen en Wonen 3 rekenvoorbeelden van wat het schilderspensioen (BPF Schilders) kost en wat het de zelfstandige en nabestaanden oplevert.

Bij iedere keuze hoort een (fiscaal aftrekbare) premie en een pensioenuitkering voor de deelnemer en de nabestaanden. Om bij de keuze te helpen, heeft BPF Schilders drie rekenvoorbeelden uitgewerkt.

 

Rekenvoorbeeld 1: minimumvariant (pensioenkeuzeloon)

 

Kies je voor het minimum pensioenkeuzeloon zoals dat geldt in 2017 (€ 19.575), dan betaal je per kwartaal € 377 pensioenpremie. Per jaar is dit € 1.509. Dat is een brutobedrag. In de praktijk betaal je minder, omdat je de betaalde pensioenpremie kunt aftrekken van de belasting. Als je dit 40 jaar lang doet, betaal je in totaal € 60.320 aan pensioenpremie.

 

Per jaar bouw je hiermee € 121 aan pensioen op. Na 40 jaar pensioenopbouw kun je dan naast je AOW een levenslang ouderdomspensioen bereiken van € 4.852 bruto per jaar. In totaal kun je van BPF Schilders op basis van de gemiddelde levensverwachting een ouderdomspensioen (spaarpot) verwachten van € 110.377. Volgens de gemiddelde levensverwachting zal jouw partner dan nog een aantal jaren langer leven, waardoor je partner € 26.117 aan partnerpensioen (extra spaarpot) kan verwachten.

 

Rekenvoorbeeld 2: pensioenkeuzeloon (gemiddelde werknemer in loondienst)

 

Als je kiest voor het inkomen van een werknemer in loondienst en je een gemiddeld salaris zou verdienen, staat dat gelijk aan een pensioenkeuzeloon van € 33.150. je betaalt dan per kwartaal € 1.233 pensioenpremie. Per jaar is dit € 4.930. Dat is een brutobedrag. In de praktijk betaal je als zelfstandige dus minder, omdat je de betaalde pensioenpremie kunt aftrekken van de belasting. Als je dit 40 jaar lang doet, betaal je in totaal € 197.200 aan pensioenpremie.

 

Per jaar bouw je hiermee € 396 aan pensioen op. Na 40 jaar pensioenopbouw kun je dan naast uw AOW een levenslang ouderdomspensioen bereiken van € 15.848 bruto per jaar. In totaal kunt je van BPF Schilders op basis van de gemiddelde levensverwachting een ouderdomspensioen (spaarpot) verwachten van € 360.521. Volgens de gemiddelde levensverwachting zal je partner dan nog een aantal extra leven, waardoor jouw partner € 85.304 (extra spaarpot) aan partnerpensioen kan verwachten.

 

Rekenvoorbeeld 3: maximum pensioenkeuzeloon

 

Als je kiest voor het maximum pensioenkeuzeloon zoals dat geldt in 2017 (€ 48.311,10), betaal je per kwartaal € 2.188 pensioenpremie. Per jaar is dit € 8.751. Dat is een brutobedrag. In de praktijk betaal je dus minder, omdat je de betaalde pensioenpremie kunt aftrekken van de belasting. Als je dit 40 jaar lang doet, betaal je in totaal € 350.040 aan pensioenpremie.

 

Per jaar bouw je hiermee € 703 aan pensioen op. Na 40 jaar pensioenopbouw kun je dan naast je AOW een levenslang ouderdomspensioen bereiken van € 28.128 bruto per jaar. In totaal kun je van BPF Schilders op basis van de gemiddelde levensverwachting een ouderdomspensioen (spaarpot) verwachten van € 639.892. Volgens de gemiddelde levensverwachting zal jouw partner dan nog een aantal jaren leven, waardoor je partner € 151.407 (extra spaarpot) aan partnerpensioen kan verwachten.

 

Disclaimer

 

Deze rekenvoorbeelden zijn gebaseerd op het pensioenreglement van BPF Schilders en wetgeving zoals die van toepassing was in oktober 2017. De voorbeelden gaan uit van een deelnemer die nu 25 jaar is, een levensverwachting heeft van 22,75 jaar na pensioendatum en een partner heeft met een levensverwachting van 7,7 jaar na zijn overlijden. In de voorbeelden is geen rekening gehouden met toeslagverlening en eventuele ruil van partnerpensioen naar ouderdomspensioen. Aan de voorbeelden kun je geen rechten ontlenen.

8 reacties op “‘Verplicht schilderspensioen moet blijven’

  • Fred

    Is de Schildersvakkrant nu ook al ingepakt door het BPF? Uiteraard vinden de bonden dat het verplicht moet blijven. Hun bestuurders pikken er een leuk graantje van mee.

  • Jeroen

    Leuk al deze rekenvoorbeelden,maar dit is vast gebaseerd op de meest gunstige levenstoekomst van de mens.
    Daar hoef je bij de schilder niet op te rekenen werken tot je 67e/68e en dan nog meer als 20jaar leven?
    ik weet niet welke flapdrol achter een bureau dit bedenkt. Maar laat iedere ondernemer zelf kiezen of hij wel of geen pensioen opbouwt of hoe. Denk dat er meer rendement in een andere vorm zit en dat bepaal ik dan liever zelf.

  • Bert

    Ik zit er al een hele tijd aan te denken om mijn bedrijfswerkzaamheden te veranderen,
    van schildersbedrijf naar klussenbedrijf.
    En vervolgens gewoon door schilderen.
    Dat is volgens mij de enige manier om er van af te komen.
    Hoezo democratisch land!

  • Kees

    Volgens mij vergeet FNV wonen en Bouw te vertellen dat de regeling voor werknemers en zzpers op vele punten verschillend zijn, maar dat de zzper wel voor alle voordelen voor werknemers en werkgevers moeten betalen en dat de kosten van de pensioenuitvoering toch wel zo een kleine 10 % zijn. Voor dat je eindelijk die jaarlijkse 10% op je premie terug verdient hebt moet het beleggingsresultaat toch wel erg hoog zijn, dus ook in slechte jaren, dus hoe een goedkope regeling

    Waarom vallen werknemers onder de regeling dat na een jaar ziekte het pensioenfonds de premie betaalt en voor zzpers het twee jaar duurt, terwijl zzpers wel mee moeten betalen voor die regeling?
    Terwijl pensioen voor werknemers uitgesteld loon is, dus zouden werkgevers deze premie in het tweede jaar gewoon voor hun werknemers moeten betalen en het niet op de rekening van het pensioenfonds moeten neerleggen, dus ook bij zzpers.

    Ook de premie voor de opbouw van pensioen van werknemers zouden door werkgevers en werknemers moeten worden betaalt, maar de premie is niet dekkend want ze noemen dat gedempte premie, wat inhoudt dat het maar voor 77% is gedekt en de rest opgebracht moet worden uit het beleggingsresultaat die het pensioenfonds behaalt. Dus wederom betalen zzpers weer eens mee aan de voordelen van werkgevers en werknemers, want hierdoor zakt de dekkengsgraad van het pensioenfonds, dus duurt het nog langer voor er misschien weer eens geïndexeerd wordt. Terwijl zzpers wel de volledige premie moeten betalen.

    Volgens sociale partners is de verplichtstelling er om oneerlijke concurrentie uit te bannen, maar met dit soort regelingen krijg je juist oneerlijke concurrentie als je zzpers laat betalen om de kosten voor werkgevers te drukken en werkgevers zijn een deel van de sociale partners dus snel geregeld dit soort regelingen voor hun zelf.

  • W. de Beer

    Een verplicht pensioen is vooralsnog de minst slechte oplossing voor een probleem waar het grootste deel van de zzp’er absoluut niet aan toe gaat komen. Het is sowieso zeer
    onverstandig om geen pensioen op te willen bouwen, tenzij je al op andere wijze over een
    vermogen beschikt dat als pensioen kan worden ingezet.
    Het is jammer dat het verplichte pensioen voor de zelfstandige niet wordt uitgebreid naar
    alle andere categorieën waar zzp’ers werkzaam zijn.
    Alle negatieve reacties zijn zeer begrijpelijk en mogelijk dat de premiestelling of de wijze
    van opbouw aanpassing kan gebruiken, maar verplicht is een absolute noodzaak.

  • Toen ik zelfstandige werd 18 jaar geleden en mijn pensioen door moest laten lopen omdat ik een schildersbedrijf begon was 1 van de eerste dingen die ik vreemd vond dat mijn opgebouwde vroegpensioen verdwenen was van de overzichten die ik van sfb toegestuurd kreeg . Als ze dit soort zaken en de zaken die hierboven beschreven staan eerst eens recht zouden trekken dan krijgen zelfstandige ook echt het idee dat dit pensioenfonds er ook voor hun is .

  • Roy

    Is er al bekend wanneer de uitspraak is over dit verplicht pensioen ??

  • En maar rekken die handel, rechter doe je werk, want het verplichte pensioen voor de schilder is geen wet,

    De kamer heeft uitspraak gedaan dat er geen verplichte deelname bestaat voor pensioenen in het algemeen, ze willen dat wel, maar er is nu geen wet die dat verplicht. Dus BPF begin maar met terugstorten!!!!!!!!!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.


‘Bijna helft werkenden redt het niet tot pensioen’

Vakbondsleden stemmen in met pensioenvoorstel

BPF Schilders verhoogt pensioen met 3,13%

Varende schilder Taabe zwaait na halve eeuw af

OnderhoudNL lanceert volgend jaar imagocampagne


Naar archief >