Ga naar hoofdinhoud

‘Thuiswedstrijd’ voor Manders Totaal


Na 95 jaar ruikt het weer naar chocolade in de Helmondse Cacaofabriek. Het gebouw stond, sinds het faillissement in 1930, te vervallen aan de rand van het centrum van de Brabantse stad. Daar kwam in 2008 nog een brand bij. Slopen, dus? Nee, met een gezamenlijke inspanning maakten de Helmonders er iets heel bijzonders van.

De Helmondse Cocaofabriek

Hergebruik van industrieel erfgoed komt door heel Nederland voor. Maar zelden zal een pand er zo vervallen bijgestaan hebben als de Helmondse Cacaofabriek, een bakstenen gebouw direct gelegen aan de Zuid-Willemsvaart. ‘Het is maar heel kort een chocoladefabriek geweest’, weet Wim Hillenbrink, samen met Peter Sandbrink eigenaar-directeur van Manders Totaal, een schilders- en totaalonderhoudsbedrijf in Helmond met een man of 70 vast personeel. ‘Het begon in 1894 als ‘Helmcacao’, werd al snel door een Britse firma overgenomen, en ging in 1930 failliet. Sindsdien hebben er kleine bedrijfjes en kunstenaars ingezeten, die het pand, op zijn zachtst gezegd, nogal uitwoonden.’ Er volgde in 2008 ook nog een uitslaande brand, waarna alleen de buitenmuren nog overeind stonden. Reden genoeg, vonden veel Helmonders, om de boel plat te gooien en er iets nieuws te bouwen. Zeker nu de stad zich rond De Cacaofabriek aan het uitbreiden is.

De betonnen plafonds zijn alleen gereinigd. Verder zijn ze geheel onbehandeld gebleven Het pand zoals het er nu bijstaat. In niets doet het meer denken aan de ruïne die het was, zeker na de brand Een pilaar, geschilderd met brandwerende coating. Alleen de losse verfdelen zijn verwijderd, op nadrukkelijk verzoek van de architect Aan het beton van de ramen mocht Manders Totaal bij hoge uitzondering wel wat betonreparatie uitvoeren, zodat het monumentenglas er strak in kon worden gezet

De aanbesteding

Maar de gemeente besloot anders. De oude fabriek moest een culturele ‘hotspot’ worden. Het oude diende bewaard te blijven en uitgebreid tot een eigentijds werk- en cultuurpand.
‘Of het toeval is weet ik niet, maar uiteindelijk waren alle bij het project betrokken bouwbedrijven uit Helmond afkomstig’, zegt Sandbrink. ‘Wat niet bepaald wil zeggen dat de aanbesteding een fluitje van een cent was.’ Hillenbrink: ‘De hoofdaannemer was bouwcombinatie Adriaans-Moeskops. Wij van Manders Totaal wilden het werk best graag uitvoeren. Alleen al omdat het op nog geen 400 meter van onze hoofdvestiging ligt. Daarom hadden we een superscherpe aanbieding gedaan. Daar moesten we nog eens onderdoor.’ Sandbrink: ‘Uiteindelijk hebben we dat gedaan, in de wetenschap dat we enige maanden aan voorbereiding hadden. Dat komt tegenwoordig steeds minder vaak voor. Projecten worden uitgesteld, en als de opdracht dan afkomt willen ze niet zelden dat je diezelfde week nog begint. Op dit project heeft onze productiedirecteur Jurgen van Lieshout zich helemaal kunnen storten.’

 

Experimenteren in nozzlegrootte

En dan blijken er dingen mogelijk die de kosten realistischer maken. Hillenbrink: ‘We zijn, met hulp van Keim Nederland en onze vergroothandel Driessen Verf, gaan kijken of we de minerale muurverf waarvoor in het bestek gekozen was niet konden spuiten in plaats van rollen. Met enig experimenteren in nozzlegrootte en door een gefilterde kwaliteit verf af te nemen bleek dat mogelijk. Verder hebben we lang getwijfeld of we die muurverf, het gaat om 2000 vierkante meter buitenmuur en nog eens 1000 vierkante meter binnenmuur, beter met een hoogwerker konden gaan spuiten of toch vanaf de bouwsteiger. Onze conclusie was dat het sneller zou gaan op de steiger en dat was terecht.’

 

Eenheid van hypermodern en industrieel-oud

En zo staan de oude muren van De Cacaofabriek er nu stralend wit bij, zij het met alle sporen uit het verleden er nog duidelijk zichtbaar in. ‘Dat wilde Cepezed Architecten nadrukkelijk’, legt Hillenbrink uit. ‘Alle stadia van het gebouw uit het verleden moesten zichtbaar blijven. De gevel is gestraald en gereinigd, maar verder is er niets aan gedaan voordat de muurverf er overheen ging. Binnen zijn de betonnen plafonds zelfs helemaal onbehandeld gebleven. De stalen draagconstructies, die we met brandwerende coating hebben behandeld, moesten ook die oude uitstraling houden. Dus hebben we alleen de loszittende delen verwijderd, en over de rest heen geschilderd. Ook aan de nieuwbouw hebben we veel schilderwerk gehad. Het is een mooie eenheid geworden van hypermodern en industrieel-oud.’

 

Lean, op een Helmondse manier

Door de Keim te spuiten en uit te gaan van de bestekseis dat bestaande lagen zo veel mogelijk moesten blijven zitten pakte het project financieel niet ongunstig uit. ‘En door de onderlinge samenwerking tussen de bedrijven’, vult Sandbrink aan. ‘Er is werkelijk geweldig samengewerkt onder een heel goede uitvoerder. Met begrip voor elkaars werk. De installateur heeft bijvoorbeeld gebruik gemaakt van onze hoogwerker om leidingen aan te leggen. Die hoogwerker stond er toch. Maar als je zo samenwerkt zal die installateur ook beter uitkijken dat hij het schilderwerk niet beschadigt. Iedereen hield rekening met elkaars werkzaamheden. Je kunt dat ‘lean’ noemen, maar het ontstond spontaan, op een nuchtere, Helmondse manier.’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.


Restauratie van zeldzame interieurs Bossche stadhuis

Nieuwe ambassadeur voor Open Monumentendag

Restauratieopgave rijksmonumenten kost 770 miljoen extra

De ‘Gouden Gids’ voor restauratoren vernieuwd

Meiden ‘snuffelen’ aan bèta en techniek op Girls’ Day


Naar archief >